Zoeken

Jesaja 23,16 - Neem je citer en loop door de stad, vergeten hoertje; blijf maar spelen en zingen zo goed en zo lang je maar kunt: misschien wordt er nog eens aan je gedacht!
1 Makkabeeën 13,51 - En op de drieëntwintigste dag van de tweede maand van het jaar honderdeenenzeventig hielden de joden er hun intocht onder gejuich en het wuiven met palmtakken, onder het spelen van citers, cimbalen en lieren, en onder het zingen van lof - en dankliederen, want een grote vijand was uit Israël verdreven.
Jeremia 5,1 - Loop de straten van Jeruzalem door, kijk goed uit, zoek de pleinen af. Als ge ook maar iemand kunt vinden, die zijn plichten vervult en oprecht wil leven, dan vergeef Ik de stad.
Psalmen 104,26 - daar nemen de schepen hun weg; Leviatan huist er, formatie van U, Gij kunt ermee spelen.
Psalmen 13,2 - Hoe lang, Heer, zult Gij mij blijven vergeten, hoe lang nog verbergen uw aanschijn voor mij?
Genesis 4,21 - Zijn broer heette Jubal; hij werd de stamvader van allen, die op de citer en de fluit spelen.
Deuteronomium 4,9 - Wees dus op uw hoede en zorg er voor, dat gij niet vergeet wat gij met eigen ogen gezien hebt. Laat dat uw leven lang niet uit uw gedachten gaan en geef het door aan uw kinderen en kleinkinderen:
1 Korintiërs 16,6 - Bij u zal ik, als het kan, langer blijven en misschien wel de winter doorbrengen; gij kunt mij dan voorthelpen, wanneer ik verder reis.
Prediker 6,9 - Beter genieten van wat je pakken kunt dan begerig achter iets aan blijven lopen. Ook dat is ijdel en grijpen naar wind.
Daniël 9,25 - Prent dit goed in je hoofd: Vanaf het ogenblik waarop het woord gesproken werd over de terugkeer uit de ballingschap en de herbouw van Jeruzalem tot aan het optreden van de gezalfde vorst zullen er zeven weken verlopen; eenmaal herbouwd met pleinen en wallen zal de stad tweeënzestig weken lang zo blijven. Maar in de benarde tijd
Job 21,12 - zij zingen bij tamboerijn en citer, vermaken zich met muziek en fluit.
2 Koningen 3,15 - Welnu, haalt iemand die citer kan spelen.' Zodra de citerspeler begon te spelen, kwam de hand van Jahwe op Elisa.
Jeremia 51,50 - Gij die aan het zwaard zijt ontsnapt, loopt door, blijft niet staan. Denkt reeds van verre aan Jahwe, houdt Jeruzalem in uw gedachten.
2 Samuel 12,22 - David antwoordde: `Zolang het kind nog leefde heb ik gevast en geweend, want ik dacht: Wie weet, misschien is Jahwe mij genadig en blijft de jongen in leven.
Prediker 8,10 - Verder zag ik dat misdadigers een begrafenis krijgen, maar mensen die goed leven moeten weg van de heilige plaats en worden in de stad vergeten. Ook dat is ijdel.
Jozua 6,17 - De stad met al wat erin is moet door de ban aan Jahwe gewijd worden; alleen de hoer Rachab en allen die bij haar in huis zijn mogen in leven blijven, omdat zij de spionnen die wij gestuurd hadden heeft verborgen.
Apokalyps / Openbaringen 17,5 - En op haar voorhoofd stond een naam geschreven, een geheimzinnige naam: “Babylon, de grote stad, de moeder van de hoeren en de gruwelen der gehele aarde.”
1 Samuel 16,16 - maar uw dienaren staan voor u gereed om op het woord van onze heer iemand te zoeken die citer speelt. Die moet dan spelen, als de demon u overvalt, en dan zult u zich beter voelen.'
1 Samuel 16,23 - En telkens als de demon Saul lastig viel, nam David de citer en speelde hij erop: dan kalmeer de Saul en voelde hij zich beter en de boze geest week van hem.
1 Samuel 19,9 - Toen maakte er een boze geest, door Jahwe gezonden, zich van Saul meester, terwijl die in zijn huis zat. Toen David op de citer speelde,
2 Samuel 6,5 - David en alle Israëlieten dansen voor Jahwe uit en speelden op allerlei instrumenten, op citers, harpen, tamboerijnen, ratels en cimbalen.
1 Kronieken 13,8 - David en alle Israëlieten dansten geestdriftig voor God uit, onder gezang en het spelen van citers, harpen, tamboerijnen, bekkens en trompetten.
1 Korintiërs 14,7 - Het is er mee als met muziekinstrumenten: als bijvoorbeeld een fluit of een citer geen duidelijk onderscheiden tonen doet horen, kan men onmogelijk weten wat erop gespeeld wordt.
Apokalyps / Openbaringen 14,2 - En ik hoorde uit de hemel een geluid als het gedruis van vele wateren en het dreunen van de donder. En het geluid dat ik hoorde, was de klank van citerspelers die op hun citers speelden.
Deuteronomium 20,19 - Wanneer ge een stad lange tijd moet belegeren, voor ge ze kunt innemen, dan moet ge de bomen om die stad niet vernielen door er de bijl in te slaan. Ge moogt er wel van eten, maar ze niet omhakken. De bomen buiten de stad zijn toch geen mensen, dat gij ze in het beleg zoudt betrekken?
Genesis 18,31 - Hij zei opnieuw: `Ik ben wel vrijpostig als ik bij mijn Heer blijf aandringen; maar misschien worden er maar twintig gevonden.' En Hij zei: `Ik zal de stad niet verwoesten, omwille van die twintig.'
2 Koningen 20,19 - Hizkia gaf Jesaja ten antwoord: `Het woord van Jahwe dat u gesproken hebt is een goed woord.' En Hizkia dacht bij zichzelf: `Mij is het goed, als in mijn tijd de vrede maar behouden blijft.'
Jesaja 39,8 - Hizkia gaf Jesaja ten antwoord: `Het woord van Jahwe dat u gesproken hebt is een goed woord.' En Hizkia dacht bij zichzelf: `Mij is het goed, als in mijn tijd de vrede maar behouden blijft.'
Jesaja 26,1 - Op die dag zal men in Juda dit lied zingen: `Wij hebben een sterke stad, haar muren en wallen zijn onze bescherming.
Hebreeën 13,14 - want wij hebben hier geen blijvende stad, maar zijn op zoek naar de stad van de toekomst.
Wijsheid van Jezus Sirach 12,11 - Ook als hij zich vernedert en ineengedoken loopt, moet ge u in acht nemen en voor hem oppassen. Dan zult ge zijn als iemand, die een spiegel gepolijst heeft, maar goed weet dat hij steeds weer uitslaat.
1 Koningen 18,21 - Elia verscheen voor heel het volk en vroeg: `Hoe lang blijft u nog op twee gedachten hinken? Als Jahwe God is, volgt Hem dan; is het Baäl, volgt dan Baäl.' Maar de mensen gaven hem geen antwoord.
Klaagliederen 5,20 - Gij kunt ons toch niet vergeten, en ons voor altijd verlaten!
1 Samuel 18,10 - De volgende dag maakte een boze demon zich van Saul meester in zijn huis, en hij raakte buiten zichzelf. Terwijl David, zoals gewoonlijk, op de citer speelde,
Titus 2,8 - uw prediking heilzaam en onaanvechtbaar. Dan weet de tegenstander niets kwaads van ons te zeggen en komt hij misschien tot andere gedachten.
Jozua 16,1 - Voor de zonen van Jozef viel het lot als volgt: De grens loopt vanaf de Jordaan bij Jericho naar de bron ten oosten van de stad, vandaar door de woestijn het gebergte in tot Betel,
Deuteronomium 20,20 - Alleen de bomen waarvan men naar uw beste weten niet eet, moogt ge vernielen; die kunt ge omhakken om er belegeringswerktuigen van te maken, tot de stad, die met u in oorlog is, bezwijkt.
Zacharias 8,5 - De pleinen van de stad zullen ook weer vol zijn van jongens en meisjes, die op haar pleinen spelen.
1 Makkabeeën 13,47 - Simon gaf hieraan gevolg en staakte de strijd. Hij zette ze uit de stad, zuiverde de huizen van afgodsbeelden en hield toen zijn intocht onder het zingen van lof - en dankliederen.
Deuteronomium 5,33 - Bewandel van het begin tot het eind de weg die Jahwe u heeft voorgeschreven. Dan zult gij leven. Gij zult gelukkig zijn en lang blijven leven in het land dat gij in bezit gaat nemen.'
1 Makkabeeën 4,54 - Op dezelfde tijd en op dezelfde dag waarop de volken het altaar hadden ontwijd, werd het onder het zingen van lofliederen, begeleid met citers, lieren en cimbalen, weer ingewijd.
Genesis 34,21 - `Deze mensen zijn ons goed gezind. Zij mogen in het land blijven wonen en er rondtrekken; er is immers ruimte genoeg voor hen in het land. Wij kunnen hun dochters tot vrouw nemen en hun onze dochters geven.
2 Koningen 17,5 - De koning van Assur ondernam een veldtocht tegen het land; hij rukte op naar Samaria en belegerde de stad, drie jaar lang.
1 Makkabeeën 9,64 - Hij trok op en sloeg het beleg om Bet-bassi; dagen lang deed hij aanvallen op de stad, waarbij hij gebruik maakte van belegeringswerktuigen.
Jesaja 23,7 - Is dit nu uw dartele stad, met dat lange verleden, wier schreden haar reeds vroeg zo ver hebben gevoerd om elders kolonies te stichten?
Prediker 11,1 - Gooi je brood op het water; na lange tijd vind je het misschien terug.
Filemon 15 - Misschien was dat wel de reden waarom hij een tijd lang bij u is weg geweest: dat ge hem voorgoed terug zoudt krijgen,
Jeremia 20,5 - Have en goed van deze stad, alle kostbaarheden, alle schatten van de koningen van Juda geef Ik aan de vijand, die ze buit maakt en meeneemt naar Babel.
Jesaja 47,12 - Houdt u nu maar aan uw bezweringen en uw toverformules zonder tal, waarmee gij u hebt moegemaakt vanaf uw jeugd; misschien kunt gij u helpen, misschien schrikt de ramp ervan!
Romeinen 5,7 - Niet licht zal iemand zijn leven geven voor een rechtvaardige, al zou misschien iemand de moed hebben te sterven voor een goed mens.